Nieuwste blogs

Illustratie-Je-komt-een-stofje-tekort.jpg

De geniale mythe van het ‘stofje tekort’

Nog niet zo lang geleden (nu nog?!) kreeg je te horen dat je psychische klachten hebt omdat je een stofje tekort komt in de hersenen. Een tekort aan serotonine (bij depressie) of teveel aan dopamine (bij psychose) zou de klachten verklaren. En dat je pillen nodig hebt om dat bepaald stofje aan te vullen, dan wel te blokkeren. Soms levenslang.

Klinkt dit te mooi om waar te zijn? Het is ook niet waar. De rol van het zogenaamde serotonine tekort bij depressie werd deze week – voor de zoveelste keer – ontmaskerd.

Het ‘stofje tekort verhaal’ is een pijnlijke simplificatie dat in de jaren negentig door de farmaceutische industrie de wereld in is geholpen.

De geniale mythe van het ‘stofje tekort’

Het ‘stofje tekort’-verhaal was een uitgekiende marketingstrategie van de farmaceutische industrie. Onder de reclameleus ‘Prozac, voor de kleur van het leven’ richtte het Amerikaanse bedrijf Eli Lilly zich in 1998 direct tot de consument: ‘Als je klinisch depressief bent, dan kan het gebeuren dat de hoeveelheid serotonine (een chemische stof in je lichaam) afneemt. Om je serotonine weer op niveau te brengen, schrijven artsen tegenwoordig Prozac voor.’

De boodschap van de farmaceut? ‘Je hebt een ernstig probleem, wij kennen de oorzaak én we hebben de oplossing: slik deze pil en herstel het chemisch evenwicht in je brein.’

De kwalijke mythe van het ‘stofje tekort’

Artsen namen de reclameboodschap van de farmaceutische industrie gretig over. De uitleg over de werking van een antidepressivum werd er simpel en doeltreffend van: ‘U hebt een antidepressivum nodig om een tekort aan boodschapperstof in de hersenen aan te vullen, zoals insuline dat doet bij suikerziekte.’

Kort door de bocht

Té kort door de bocht, bleek achteraf. Bij mensen bleef de boodschap hangen dat ze levenslang moesten blijven slikken omdat ze een stofje in de hersenen tekort hadden (inderdaad, zoals insuline bij diabetes). Zonder dat stofje zouden ze weer angstig en depressief worden. Het gevolg is dat veel mensen onnodig antidepressiva blijven innemen en bang zijn om af te bouwen, zo blijkt uit een promotieonderzoek uit 2015 naar langdurig en onnodig antidepressivagebruik in de huisartspraktijk.

Hoe zit het wel?

Hoe zit het wél met neurotransmitters en psychische klachten? Het klinkt aannemelijk: als mensen met een depressie opknappen van een middel dat de hoeveelheid serotonine verhoogt, dan is er kennelijk een serotoninetekort. En als mensen met een psychose opknappen van een middel dat dopamine blokkeert, dan komt psychose door een teveel  aan dopamine. Toch? Zo simpel is het helaas niet.

Mensen zijn complex

Ja, psychofarmaca helpen bij de juiste indicatie en in de juiste hoeveelheid (een beetje). In ieder geval iets beter dan placebo (een neppil). Maar hoe dan?

Veranderingen in het neurotransmittersysteem in de hersenen zijn heel complex. Mensen zijn heel complex. Ook aanleg en omstandigheden zoals trauma spelen een belangrijke rol bij het ontstaan van psychische klachten. We weten nog steeds niet precies hoe het zit.

Toch is het goed dat je weet dat het hebben van psychische klachten geen kwestie is van een stofje tekort of juist te veel, omdat je anders misschien wel gelooft dat je dat stofje de rest van je leven met pillen moet aanvullen dan wel blokkeren. Dat is niet zo.

Uitzonderingen daargelaten is het verstandig om psychofarmaca tijdig af te bouwen.

_______________________________________________________________________

Tot slot nog dit: Ik ben niet vóór of tegen medicatie, ik ben vóór goede zorg. Slik zo min mogelijk en zo kort mogelijk, maar wel zo veel en zo lang als nodig is. Als psychofarmaca bij de juiste indicatie en in de juiste dosering zijn voorgeschreven, en op tijd weer afgebouwd worden,  kunnen ze iemand enorm helpen. In september verschijnt mijn boek Minder Slikken, dat de cliënt de kennis en regie geeft over verantwoord afbouwen.

Illustratie: Pascalle van Vliet

Lees meer
Remke van StaverenDe geniale mythe van het ‘stofje tekort’
a-L1110401-scaled.jpg

Pitchavond Minder Slikken

Op vrijdagavond 30 september organiseer ik samen met Astare de Minder Slikken Pitchavond.

In Nederland slikken meer dan 3 miljoen mensen psychofarmaca. Te veel, te lang en in gevaarlijke combinaties. Dat moet en kan anders. Laat je deze avond inspireren door pitches van 15 bevlogen ervaringsdeskundigen en deskundigen-met-ervaring over het hoe en waarom van verantwoord afbouwen.

Op de ‘Hart voor Herstel’ zeepkist:

Remke van Staveren, psychiater, auteur Minder Slikken
Peter C Groot, ervaringsdeskundige, afbouwexpert
Irene van de Giessen, ervaringsdeskundige, Hersteltalent
Harald Schneider, psychiater
Ewout Kattouw, ervaringsdeskundige
Heleen Wadman, ervaringsdeskundige
Klazine Tuinier, ervaringsdeskundige
Alexandra Beunders, psychiater in opleiding, onderzoeker
Pascalle van Vliet, ervaringsdeskundige
Ariane de Ranitz, psychiater
Nanette Waterhout, ervaringsdeskundige
Peter Oud, sociaal psychiatrisch verpleegkundige
Mirte Visscher, psychiatrisch verpleegkundige
Peter Pierik, ervaringsdeskundige
Peter Moleman, psychofarmacoloog

Bij de prijs van € 15 zit het boek Minder Slikken inbegrepen. Na de pitches drinken we samen een borrel.

Waar?

Utrecht, Lange Nieuwstraat 10

Voor wie?

Zorgprofessionals, ervaringsdeskundigen & patiënten

Kosten

€15 Betalen bij aankomst
Lees meer
Remke van StaverenPitchavond Minder Slikken
IMG-0517.jpg

Waarom Minder Slikken?

Psychofarmaca. Geneesmiddelen voor de geest. We slikken er teveel van, te lang en in gevaarlijke combinaties. Dat kan en moet minder. Veel minder zelfs.

‘We’? Jawel, we. Meer dan 3 miljoen Nederlanders gebruiken op dit moment een of meerdere psychofarmaca als antidepressiva, antipsychotica, stemmingsstabilisatoren, slaap- en kalmeringsmiddelen, ADHD-medicatie of zware pijnstillers. De kans dat jij of ik daar tussen zit is dus vrij groot. En de kans dat je onnodig veel of onnodig lang gebruikt ook.

Baat het niet, het schaadt wel!

Als psychiater met een maatschappelijke verantwoordelijkheid wil ik me, naast mijn reguliere werk, inzetten voor het minder voorschrijven en voor het verantwoord afbouwen van psychofarmaca. Ik wil, zeg maar, de ‘Wanda de Kanter’ worden van minder psychofarmaca.

Voor wie Wanda de Kanter niet kent: Wanda is een betrokken longarts die zich al tientallen jaren onvermoeibaar inzet voor een rookvrije samenleving en daarmee voor preventie van longaandoeningen. Voorkomen is beter dan genezen. Dat doet Wanda – bijna in haar eentje – tegen de machtige tabaksindustrie in.

Minder Slikken dus

Ah, willen veel mensen dan weten, maar ben je dan TEGEN psychofarmaca? Nee dus. Ik ben niet vóór of tegen psychofarmaca. Het is een genuanceerd verhaal. Ik ben vóór goede zorg.

Psychofarmaca kunnen iemand in mentale nood fantastisch helpen, dat heb ik als psychiater al heel vaak gezien. Zo vaak, dat ik daar niet aan twijfel. Bij een goede indicatie en in de juiste hoeveelheid kan een pil zelfs levensreddend zijn.

Maar

Er is een dikke maar. Nadat de ergste mentale crisis voorbij is, moet er zo snel als het kan afgebouwd worden. En dat gebeurt vaak niet. En als een pil niet helpt, dan moet de hoeveelheid niet eindeloos opgehoogd worden, of verwisseld worden met een soortgelijke pil, in de hoop dat meer van hetzelfde alsnog gaat helpen. Nee, dan moet er op tijd afgebouwd worden. En dat gebeurt vaak niet.

Pillen, alle pillen, kunnen ook schade toebrengen. De schade die psychofarmaca kunnen toebrengen is niet mals. Daarover in volgende blogs meer.

Wat ga ik de komende maanden doen?

Boek. In september komt mijn boek uit: Minder Slikken. Het is een supertoegankelijk en betaalbaar boek geworden voor iedereen die psychofarmaca gebruikt en er aan toe is om verantwoord af te bouwen. Je krijgt antwoord op het hoe en waarom. In het boek is veel ervaringskennis verwerkt. Hier lees je meer over Minder Slikken.

Pitchavond. Save the date ! Op 30 september houden we een pitchavond, tevens boekpresentatie, bij Astare. Het eerste exemplaar van Minder Slikken zal ik dan aan de geweldige Hersteltalent Irene van de Giessen overhandigen. Daarnaast komen er een flink aantal mooie en moedige mensen op de zeepkist vertellen over hun ervaringen met psychofarmaca en over afbouwen. We kondigen binnenkort aan hoe je je voor deze inspirerende avond kunt opgeven. En misschien wil je zelf ook even op de zeepkist? Laat het ons weten.

Afbouwpoli.  Ik wil heel graag samen met een grote GGZ-instelling (op de herstelwerkplaats en met ervaringsdeskundigen) een #afbouwpoli starten om zoveel mogelijk mensen van goed advies te voorzien. De onderhandelingen lopen nog, ik laat zo snel mogelijk weten of het gelukt is. Duimen dus.

Blogs. Tot slot zal ik met regelmaat iets schrijven over verantwoord voorschrijven en afbouwen. Je vindt mijn blogs onder #minderslikken. Wil je ook een bijdrage leveren? Ik denk aan een ervaringsverhaal / blog, een vlog, een podcast, of andere boodschap op jouw favoriete social media, graag!

 

Lees meer
Remke van StaverenWaarom Minder Slikken?
IMG-1848-scaled.jpg

Leven op het autismespectrum

Gastblog van Mandy Verleijsdonk voor HART voor de GGZ

Vóór mijn diagnose autisme leefde ik als iemand zonder autisme

Ten minste.. dat probeerde ik. Ik zocht naar normen en waarden en allerlei gemiddelden paste ik letterlijk toe op mijn persoonlijke leven. Ik leefde dus niet volgens mijn authentieke zelf en hield geen rekening met mijn autistische manier van informatieverwerking. De boel implodeerde en ik kwam in de GGZ terecht, op de afdeling jongeren. Daar werkte ik onder andere aan het vormen van mijn identiteit.

De ene naar de andere diagnose volgde en vormde mij

Dat was echter niet genoeg en ik, psychiatrisch patiënt, stroomde door naar de volwassen afdeling van de GGZ. De ene naar de andere diagnose volgde en vormde mij. Die diagnoses pasten steeds bij de symptomen en gaven hoop op vermindering van die symptomen. Er was hulp en ik kon aan de slag! Dat pakte echter anders uit, want de kern van alle diagnoses werd over het hoofd gezien: autisme.

Er was een verklaring waarom ik altijd al anders was geweest

Na tien jaar therapie, kreeg ik pas de diagnose Autisme Spectrum Stoornis (ASS). Eigenlijk was het een twijfelgevalletje tussen het Asperger syndroom en PDD-NOS. Gelukkig bood de DSM-5 de oplossing van het autismespectrum i.p.v. een specifiek hokje. De opluchting voor mij was groot, want er was een verklaring waarom ik altijd al anders was geweest en waarom therapie voor andere diagnoses niet hielp met mijn leven leefbaar maken. Een hyperfocus op de lastige kenmerken van autisme volgde. Dat was nodig voor de erkenning van mijn last en pijn.

‘Autisme spectrum stoornis’ werd ‘autisme spectrum’

Daarna pas ging mijn leven steeds meer afstemmen op wie ik werkelijk was door rekening te houden met mijn manier van informatieverwerking. De autismekenmerken uit de theorie ging ik onderzoeken in mijn alledaagse praktijk. Op een gegeven moment durfde ik zelfs verder te kijken dan alle lasten en zag ik kwaliteiten, mijn kwaliteiten. Mensen met autisme kunnen, in een passende omgeving, ook wat bieden. ‘Autisme spectrum stoornis’ werd ‘autisme spectrum’.

Ik kom steeds meer uit het autismehokje

De laatste tijd durf ik nog verder te kijken. Ik zie autisme als neurodiversiteit. Met die blik sta ik positiever in het leven. Ja, ik ben kwetsbaar in mijn basis, maar kan alsnog veel. Ik kijk nu puur naar mezelf, los van stereotypes. Ik kom steeds meer uit het autismehokje en zie mezelf als een uniek persoon met een persoonlijkheid. Iemand die gevormd is door genen, opvoeding, onderwijs, vrienden, therapieën, diagnoses en diverse levenservaringen.

De DSM-5 is niet alleen maar slecht of goed

Sommige invloeden en ervaringen waren schadelijk, al waren ze niet eens slecht bedoeld. Maar van alles heb ik geleerd. Al die input van buiten heeft me geholpen om mezelf te leren kennen. Want uiteindelijk gaat het niet om wel of geen diagnose. De DSM-5 is niet alleen maar slecht of goed. Iedere therapeut die ik gezien heb en alle therapieën die ik gedaan heb, hebben me dichter bij mezelf gebracht. Ik vergeef iedereen die me de verkeerde kant op stuurde.

Passend en zinvol leven is nu mijn uitgangspunt

Als je weet wat niet past of niet werkt, leer je namelijk ook wat wel werkt of wat er nodig is. Dan kan je op een gegeven moment houvast en veiligheid in jezelf vinden en is een diagnose daarvoor niet meer alles bepalend.

 

Mandy Verleijsdonk (1987)

Mandy schrijft prachtige blogs over leven met een autismespectrum, je kunt ze hier lezen.

 

Lees meer
Remke van StaverenLeven op het autismespectrum