Gastblog van Mandy Verleijsdonk voor HART voor de GGZ
Vóór mijn diagnose autisme leefde ik als iemand zonder autisme
Ten minste.. dat probeerde ik. Ik zocht naar normen en waarden en allerlei gemiddelden paste ik letterlijk toe op mijn persoonlijke leven. Ik leefde dus niet volgens mijn authentieke zelf en hield geen rekening met mijn autistische manier van informatieverwerking. De boel implodeerde en ik kwam in de GGZ terecht, op de afdeling jongeren. Daar werkte ik onder andere aan het vormen van mijn identiteit.
De ene naar de andere diagnose volgde en vormde mij
Dat was echter niet genoeg en ik, psychiatrisch patiënt, stroomde door naar de volwassen afdeling van de GGZ. De ene naar de andere diagnose volgde en vormde mij. Die diagnoses pasten steeds bij de symptomen en gaven hoop op vermindering van die symptomen. Er was hulp en ik kon aan de slag! Dat pakte echter anders uit, want de kern van alle diagnoses werd over het hoofd gezien: autisme.
Er was een verklaring waarom ik altijd al anders was geweest
Na tien jaar therapie, kreeg ik pas de diagnose Autisme Spectrum Stoornis (ASS). Eigenlijk was het een twijfelgevalletje tussen het Asperger syndroom en PDD-NOS. Gelukkig bood de DSM-5 de oplossing van het autismespectrum i.p.v. een specifiek hokje. De opluchting voor mij was groot, want er was een verklaring waarom ik altijd al anders was geweest en waarom therapie voor andere diagnoses niet hielp met mijn leven leefbaar maken. Een hyperfocus op de lastige kenmerken van autisme volgde. Dat was nodig voor de erkenning van mijn last en pijn.
‘Autisme spectrum stoornis’ werd ‘autisme spectrum’
Daarna pas ging mijn leven steeds meer afstemmen op wie ik werkelijk was door rekening te houden met mijn manier van informatieverwerking. De autismekenmerken uit de theorie ging ik onderzoeken in mijn alledaagse praktijk. Op een gegeven moment durfde ik zelfs verder te kijken dan alle lasten en zag ik kwaliteiten, mijn kwaliteiten. Mensen met autisme kunnen, in een passende omgeving, ook wat bieden. ‘Autisme spectrum stoornis’ werd ‘autisme spectrum’.
Ik kom steeds meer uit het autismehokje
De laatste tijd durf ik nog verder te kijken. Ik zie autisme als neurodiversiteit. Met die blik sta ik positiever in het leven. Ja, ik ben kwetsbaar in mijn basis, maar kan alsnog veel. Ik kijk nu puur naar mezelf, los van stereotypes. Ik kom steeds meer uit het autismehokje en zie mezelf als een uniek persoon met een persoonlijkheid. Iemand die gevormd is door genen, opvoeding, onderwijs, vrienden, therapieën, diagnoses en diverse levenservaringen.
De DSM-5 is niet alleen maar slecht of goed
Sommige invloeden en ervaringen waren schadelijk, al waren ze niet eens slecht bedoeld. Maar van alles heb ik geleerd. Al die input van buiten heeft me geholpen om mezelf te leren kennen. Want uiteindelijk gaat het niet om wel of geen diagnose. De DSM-5 is niet alleen maar slecht of goed. Iedere therapeut die ik gezien heb en alle therapieën die ik gedaan heb, hebben me dichter bij mezelf gebracht. Ik vergeef iedereen die me de verkeerde kant op stuurde.
Passend en zinvol leven is nu mijn uitgangspunt
Als je weet wat niet past of niet werkt, leer je namelijk ook wat wel werkt of wat er nodig is. Dan kan je op een gegeven moment houvast en veiligheid in jezelf vinden en is een diagnose daarvoor niet meer alles bepalend.
Mandy Verleijsdonk (1987)
Mandy schrijft prachtige blogs over leven met een autismespectrum, je kunt ze hier lezen.